Het uur dat Van Gogh werd vermoord, herinner ik me alsof het eergisteren was. Een grauwe ochtend. Een graad of acht. Ik reed op de Wibautstraat, toen uit het niets een politiegolf met gierende banden en zwaailichten voor me langs stoof, de hoek om richting Tropenmuseum. Mijn held was dood. En ook de tweede moordaanslag op Van Gogh staat met een scherf in m'n geheugen gegrift. De moord met de woorden. Niet alleen in de krochten van Amsterdam Oost en West werd hardop gemompeld over de eigen schuld van die bolle godslasteraar, die toch zeker veel te ver was gegaan. Ook uit keurige hoek was de boodschap duidelijk: 'geweld is nooit goed te keuren, maar Van Gogh.. tja die vroeg er om.'