Met een zekere goede wil kon je de Partij voor de Vrijheid beschouwen als een ‘klokkenluiderspartij’ – een partij die problemen onder de aandacht brengt waar andere politieke partijen geen aandacht voor hebben. Geert Wilders c.s. toonden – al was het op een schrille en vaak onaangename manier – oog voor de zorgen onder de bevolking over diverse onderwerpen zoals de islam en de criminaliteit onder bepaalde groepen jongeren. Als gevolg van de eigen kopvoddenretoriek kwam de PVV in 2010 ondanks een grote verkiezingsoverwinning niet verder dan een gedoogrol in het kabinet-Rutte-I.
Bron(nen): Carel Brendel