In Italië streeft de alom gerespecteerde, maar binnenkort regulier aftredende president Napolitano tevergeefs naar de vorming van een regering die zijn land uit de existentiële crisis kan leiden. Daarin bevindt het land zich onmiskenbaar en zakt het zelfs steeds dieper weg, ondanks –maar misschien ook wel dankzij– het technocratenkabinet van Mario Monti. Deze oud-hoogleraar en vooral door Duitsland gevierde overgangspremier verzuchtte bij zijn recente benoeming tot interim-minister van Buitenlandse Zaken dat hij blij zou zijn wanneer de doormodderende regering definitief naar huis mag gaan. Hij was het allemaal een beetje zat.