Je kijkt hem in de ogen, de vonk springt over en je weet het zeker: dit is hem, je grote liefde. Kan dat of is het slechts een sprookje om de liefde romantischer te maken dan ie daadwerkelijk is? Volgens liefdesprofessor Jan Hindrik Ravesloot is het dat laatste.
“Verliefdheid maakt onze hersenen wijs dat we niet zonder die ene persoon kunnen, dat die persoon ‘de ware’ is,"
zegt hij in Het Laatste Nieuws. De hoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam geeft wel toe dat wetenschappelijk niet is onderzocht of de ware liefde bestaat. “Maar vanuit biomedisch perspectief worden we verliefd om zo makkelijk een connectie met de ander aan te kunnen gaan met het oog op voortplanting. We kunnen nu eenmaal niet gewoon op iemand afstappen met de vraag om een kind te verwekken. Verliefdheid is een natuurlijk mechanisme dat mensen bij elkaar brengt. Het is een soort compulsieve, bijna neurotische focus op de ander. Er komen tijdens dit proces chemische stoffen in de hersenen vrij die een soort verslavingsgevoel teweegbrengen. Verliefdheid maakt ons eigenlijk iets wijs, namelijk dat we niet zonder die ene persoon kunnen: dat deze persoon ‘de ware’ is.”
Verliefdheid verdwijnt“Verliefdheid is doorgaans van voorbijgaande aard. We blijven gemiddeld tussen drie maanden en drie jaar verliefd op onze partners. Gelukkig, want zowel dieren – ja, ook dieren worden verliefd – als mensen verwaarlozen hun taken en verliezen hun concentratie tijdens een verliefdheid. Denk maar aan eenden in de paringstijd die zich verward op het wegdek begeven. Verliefdheid verdwijnt meestal vanaf het moment dat het nageslacht geboren wordt en de focus op het zorgen van de kinderen moet liggen en niet meer op de partner. Toch zijn er enkele gevallen bekend van mensen die al een leven lang verliefd zijn, iets wat op een hersenscan af te lezen valt. Het is een prettige fout in de hersenen, maar dus ook een behoorlijk gevaarlijke.”