Familie, je bent er dol op, maar soms kun je ze wel achter het behang plakken. Hoe komt het dat broers, zussen en ouders je zoveel meer kunnen raken dan bijvoorbeeld vrienden?
Gezinstherapeut Tessa De Jonck noemt bij HLN meerdere redenen. “Familieleden kennen elkaar als hun binnenzak. Ze kennen zowel elkaars goede als slechte kanten. Je gezin weet waar je mee worstelt of worstelde in het verleden en wat je 'triggers’ zijn: gevoelige thema’s.” En soms worden die iets te gemakkelijk uitgesproken. “Terwijl daar niet noodzakelijk slechte bedoelingen achter zitten”, zegt De Jonck. “Bewust of onbewust doe jij waarschijnlijk weleens hetzelfde bij je broer of mama. Het is een onvermijdelijk gevolg van hoe goed jullie elkaar kennen.”
Dat heeft natuurlijk ook iets moois. “Familieleden zijn zoals een spiegel. Hun opmerkingen maken vaak meer los, juist omdat zij je zo door en door kennen. Jezelf tegenkomen in die spiegel kan je een vervelend, boos of geïrriteerd gevoel geven.”
Wat ook meespeelt, is dat je juist graag goed wil overkomen bij je familie. “Je wil ook goed genoeg zijn in de ogen van de mensen van wie je veel houdt”, zegt De Jonck. “Hun goedbedoelde opmerkingen kunnen dus sneller kwetsen, fout geïnterpreteerd worden en in het verkeerde keelgat schieten.”
LoyaliteitDaarnaast speelt loyaliteit een rol, legt gezinstherapeut Veerle Wullaert uit. “Voor je ouders voel je een ‘verticale loyaliteit’. Die is heel sterk en essentieel. Je hebt het gevoel dat je bij hen in de schuld staat, omdat zij je het leven hebben gegeven. Daardoor zal je hen meer willen pleasen.” Bij broers en zussen werkt dat anders. “Je broers en zussen staan naast jou: dat geeft horizontale loyaliteit. Die is meer gebaseerd op geven en nemen. Een liefdespartner zit ook op die lijn.”
Een loyaliteitsconflict is vaak de onderliggende reden voor strubbelingen. “Naarmate je opgroeit, zal je sommige dingen uit hun opvoeding willen meenemen. Maar sommige dingen zal je ook bewust anders willen doen.”
Wullaert: “Kinderen willen heel graag bevestiging en goedkeuring van hun ouders, hoe oud ze ook zijn. We zien dat de verticale loyaliteit het daarin wint van de horizontale loyaliteit. Commentaren komen daarom vaak veel harder binnen als ze van je ouders komen.”
“Als we ons daarnaast verplicht voelen om bepaalde dingen te doen die voor onze ouders belangrijk zijn, voelt dat wringend. Zeker als die keuzes niet in je leven passen. Je mag je ouders nooit boven je persoonlijke groei zetten. Veel kinderen doen dit toch om hun ouders te pleasen, met kwaadheid en frustratie als gevolg.”
Broers en zussen zijn vaak te direct tegen elkaar. Je zegt dingen die je tegen vrienden nooit zou zeggen. Wullaert: “Ze voelen minder remming om harde dingen tegen elkaar te zeggen, omdat ze elkaar goed kennen. Maar er kan ook meer aan de hand zijn. Uiteindelijk gaat het vaak om een strijd om erkenning van de ouders.” Dat kan tenslotte zelfs tot onderlinge afgunst leiden.
Bron(nen): HLN