Fotograaf Jeroen Oerlemans die een week lang door jihadisten werd gegijzeld in het noorden van Syrië, is bevrijd dankzij de cruciale rol van de Turkse inlichtingendienst. Een commandant van het Vrije Syrische Leger die goede contacten heeft met de Turken leidde de bevrijdingsoperatie van Oerlemans en een Britse collega, meldt NRC. De krant maakte een reconstructie over de bevrijdingsactie en het 'weinig behulpzame' ministerie van Buitenlandse Zaken. Dagenlang houdt het ministerie Boes Hogewind, de vriendin van Oerlemans in grote onzekerheid, ze wordt nauwelijks geïnformeerd. Op donderdagmiddag 26 juli hoort ze van het Britse Foreign Office dat Oerlemans en collega John Cantlie bevrijd zijn. Minister Uri Rosenthal deed die avond bij Nieuwsuur kond van het nieuws terwijl zijn ministerie nog geen contact had gehad met de bevrijde journalist. Pas ruim anderhalf uur na de uitzending, lukt het met behulp van en advocaat van de New York Times om de journalisten weg te krijgen uit het gebied. Rosenthal sloeg het verzoek van de Turkse inlichtingendienst om tot de volgende dag te wachten met het naar buiten brengen van het nieuws in de wind. Een van de aanwezige Nederlandse journalisten tegen NRC: 'Juist van een overheid verwacht je volledige zorgvuldigheid in dit soort zaken.'