YouTuber een droombaan? Steeds meer burn-outs bij vloggers

Voor veel jongeren is het de ultieme droombaan: een bestaan als vlogger. Vrolijke filmpjes maken, veel vrijheid en niet te vergeten veel geld. Dat is het beeld. Maar de realiteit is een stuk minder rooskleurig, schrijft The Guardian. In eigen land is Bibi Breijman de bekendste YouTube-ster die is opgebrand. Ze laste een lange pauze in. "Ik heb mijn baan opgezegd, dus ik moest wel doorgaan, en blijven werken. Dat spookte maar door in mijn hoofd. Ik ben zo ver gegaan dat ik nu de weg kwijt ben'', vertelde ze in haar laatste afscheidsvlog negen maanden geleden. Inmiddels post ze af en toe weer wat, maar lang niet zoveel als vroeger. Ze is lang niet de enige die het niet meer trekt. Er is een groeiende groep professionele vloggers die burn-out raakt. "Dit is alles waar ik altijd van heb gedroomd," zegt Elle Mills, een 20-jarige Filipijns-Canadese YouTuber bijvoorbeeld. "Waarom ben ik dan zo vreselijk ongelukkig? Het slaat nergens op.” In dezelfde maand vertelde ook 's werelds bekendste vlogger Rubén "El Rubius" Gundersen dat hij richting een inzinking ging. Zo zijn er nog vele anderen. Onlangs stopte nog de Nederlandse YouTuber Rutger Vink (497.000 abonnees). "Het lukt me gewoon niet. Ik druk gewoon even op de rem en hoop op begrip," zei hij tegen zijn volgers. Het grootste euvel van deze 'droombaan' is de constante druk van Google. Wie niet post, wordt afgestraft en ziet direct het aantal kijkers, abonnees en dus inkomsten dalen. "Sommige vloggers zijn 365 dagen per jaar bezig met content. Als je geen video maakt, ben je aan het bedenken waar je volgende video over moet gaan”, vertelt de populaire Nederlandse YouTuber Noah Zeeuw (24) in het AD. De vlogger denkt dat ook leeftijd een rol speelt. "Het zijn jonge mensen die opeens een eigen onderneming hebben. De druk om altijd een tien te scoren is groot." Daarbij is er minder te verdienen dan je denkt. Alleen de aller besten met heel veel volgers en likes lukt het om er rijk mee te worden. Voor de meesten is het heel hard werken voor weinig geld.
Bron: The Guardian/Het AD