Wie vroeger verslag deed over
Europa moest het verstand hebben van een boer. Het ging over ‘harde tarwe’, ‘tapioca’ en ‘interventieprijzen’. Europa was dankzij de inzet van de Nederlander Sicco Mansholt vooral landbouwbeleid. Twee derde van de EU-begroting ging er aan op. De verantwoordelijke ministers van landbouw waren binnen de Europese pikorde dan ook een slag apart. Ze begonnen om drie uur in de middag met vergaderen, zaten al snel aan de borrel en gingen pas na het diner hun ‘marathonberaad’ in. Om vervolgens tegen de ochtend de uitgeputte journalisten hun besluiten mee te delen. Het was meestal een kwestie van een dubbeltje meer of minder aan steun. Die rol in de spotlight is nu overgenomen door de ministers van financiën, in het bijzonder die zeventien van de Eurozone. Vooral in de weekends willen ze graag nog al eens doortrekken tot in de kleine uurtjes. De deadline van het beraad hangt niet samen met het uithoudingsvermogen van de politici, maar met het tijdstip waarop in Azië de financiële markten een nieuwe dag beginnen. En, zoals bekend, gaat het hier niet om dubbeltjes.
Europa versterken Die ontwikkeling wordt een beetje met lede ogen aangezien door de ministers van buitenlandse zaken. Zij zien zich toch als de spil van de Europese samenwerking. Zij vinden dat niet alleen de ministers van financiën hun de kaas van het brood eten, ook de regeringsleiders zelf begeven zich steeds vaker op het ‘institutionele’ pad. Als het aan de Duitse liberale minister van buitenlandse zaken,
Guido Westerwelle, ligt, neemt de ‘Raad van algemene zaken en externe betrekkingen’ opnieuw ‘center stage’. De onder deze naam vergaderende Europese ministers van buitenlandse zaken moeten in zijn visie het debat over de toekomst van Europa voortvarend ter hand nemen. Om al straks in 2014, als er opnieuw Europese verkiezingen zijn, spijkers met koppen te slaan.
Onderbelicht Door alle aandacht voor kabinetsformatie en miljoenennota is Westerwelles plan voor de ‘Toekomst van Europa’ in de Nederlandse media een beetje onderbelicht gebleven. Na een brainstorm met tien collega-ministers, onder wie onze Uri Rosenthal, komt Westerwelle met een vurig pleidooi voor ‘meer Europa’. ‘De EU moet krachtdadige stappen zetten om zijn plek op het wereldtoneel te versterken’, schrijft de Duitse minister in het stuk. Hij gaat daarmee verder dan zijn bondskanselier Angela Merkel, die al wel een voorstander is van een sterker economisch bestuur van Europa om zo de eurocrisis beter te kunnen bestrijden. Westerwelle is voorstander van een ‘Europees bestuur’. De huidige Europese Commissie moet op de schop. De voorzitter van dat ‘Europese bestuur’ zou rechtstreeks gekozen moeten worden. Bij de komende Europese verkiezingen dienen alle Europese partijen daartoe ‘een topkandidaat’ naar voren te schuiven voor die functie. De Europese burger kiest zo die EU-president, die dan in onderhandeling met het nieuw gekozen Europees parlement zijn ‘regering’ moet samenstellen. Andere blikvangers zijn: -het Europese noodfonds (EMS) moet uitgroeien tot een Europees IMF; -versterking van het Europese buitenlands en defensiebeleid moet leiden tot één Europees leger; -in plaats van nationale visa Europese; -het Europees parlement moet twee kamers krijgen, waarvan een is samengesteld door leden van de nationale parlementen.
Perspectieven Aan deze brainstorm is dus ook deelgenomen door de VVD-er Uri Rosenthal, die overigens tot teleurstelling van Westerwelle de afsluitende bijeenkomst in Warschau niet bijwoonde. Niettemin heeft de demissionaire minister al laten weten niets in het stuk te zien, omdat ‘Nederland geen behoefte heeft aan debatten over internationale perspectieven’. Het is natuurlijk de vraag of deze uitspraak stand houdt in de kabinetsformatie van VVD en PvdA. Het overleg is uiteraard nog jong, toch klinkt hier en daar al door dat de VVD de post buitenlandse zaken mogelijk aan de PvdA wil ‘gunnen’. Huidig Tweede Kamerlid en oud-Europarlementariër Frans Timmermans geldt dan als de belangrijkste kanshebber. Hij schreef als lid van de Europese Conventie ook mee aan de Europese Grondwet. En er is geen twijfel dat de veeltalige Timmermans meer dan gepokt en gemazeld is in ‘debatten over internationale perspectieven’.