Toch bekroop me onlangs het gevoel dat ik enkele voornemens voor het nieuwe jaar wil maken. We worden inmiddels zo’n slordige 250 jaar doodgegooid met de slogan van de vooruitgangsidee. Materiële vooruitgang zou voor morele vooruitgang zorgen. Zo worden we gelukkiger. De geschiedenis heeft geleerd dat niets minder waar is. De vooruitgang levert inderdaad materieel welzijn op. We hebben penicilline ‘uitgevonden’ en sociale wetgeving ontworpen om zwakkeren in de samenleving een menswaardig bestaan te geven, maar in naam van de heilige markteconomie vernietigen we tegelijkertijd systematisch de planeet waarop we leven en accepteren we dat we ons voor het bespottelijke karretje van het bedrijfsleven laten spannen. We moeten meedoen, anders hoor je er niet bij. Het individu is beroofd van zijn authenticiteit en tot consument gereduceerd. Niet zelf nadenken. Dat doen anderen voor je. Het bedrijfsleven. Politici. Gewoon uitvoeren wat zij op je mouw spelden. Oppervlakkig. Dom. IJdel. Egocentrisch. Geen gemeenschapsgevoel. Dat zijn de karakteristieken van de hedendaagse samenleving. Zijn we wel gelukkiger geworden dankzij die vooruitgang? Het aantal zelfmoorden is in de westerse landen immers nog nooit zo hoog geweest. De criminaliteit tiert welig en de echtscheidingspercentages nemen schrikbarend toe. Kunnen we nog wel liefhebben ondanks al die vooruitgang? Onlangs heb ik besloten om me te bevrijden van de meest recente resultaten van de vooruitgang. Ze kosten te veel tijd en dwingen me in het keurslijf van de gedachteloze massa. Oppervlakkige domheden. De infantilisering van de samenleving neemt in rap tempo toe en daar heb ik genoeg van. Ik wil voor vol worden aangezien en niet als een nietszeggend schakeltje in de economische ketting worden beschouwd. De moderne vooruitgang biedt niets wat mijn leven verrijkt. Kortom: geen televisie meer, internetabonnement opzeggen en mijn iPhone in de vuilnisbak gooien. Op televisie wordt haast alleen maar rotzooi vertoond. Gezwets. Verkiezingen worden gepresenteerd alsof het gezellig amusement is, sport zwaait de scepter en entertainment wordt gemaakt alsof we allemaal verstandelijk gehandicapt zijn. Met film heb ik niets. Ik keek sowieso alleen naar het Journaal, hier en daar een actualiteitenrubriek en af en toe een interessante documentaire. Weg met dat ding… ware het niet dat mijn huisgenoten niet zonder televisie kunnen en ik het soms aangenaam vind om naar een muziekdvd te kijken. Dat klotetoestel blijft dus in huis. Ik neem me daarom voor niet meer naar televisie te kijken en een extra abonnement op een dagblad te nemen. Dan blijf ik nauwkeurig op de hoogte van actuele ontwikkelingen en komt extra tijd vrij om nog meer naar muziek te luisteren en te studeren. Dan het internet. Een virtuele vergaarbak van oppervlakkigheden en domheden waarop elke Jan Doedel zijn zegje kan doen. Geleuter. Maakt het mij als mens rijker om te weten dat zuurkool het favoriete eten van mijn collega is, te vernemen dat een oudklasgenoot verliefd is op zijn buurmeisje, te weten dat Marie het met Piet heeft uitgemaakt omdat Piet te lang haar heeft, erop te worden geattendeerd dat Fred een marmot heeft gekocht, Ellen naar Denemarken op vakantie gaat en Bert elke dag met zijn liefje vrijt? Een fakewereld met fakemensen. Een kunstmatige werkelijkheid die mensen onbekwaam maakt om in de concrete werkelijkheid te leven. Persoonlijk communiceren is een vaardigheid uit vervlogen tijden. Dat doe je tegenwoordig even snel via ‘sociale’ media. “Wat ben je aan het doen?” “ ” “Haha. Vind ik leuk. Ik zit in de tuin.” “” “Vind ik leuk!”… Als je bovendien heel die virtuele wereld zinvol wilt gebruiken om informatie op te zoeken ben je dagen bezig iets te vinden wat betrouwbaar lijkt. Ik hou het bij mijn eigen bibliotheek, de uitstekende stadsbibliotheek en degelijke tijdschriftabonnementen. Betrouwbaar en snel. En email? Tja, dat is handig als je, zoals ik, teksten moet doorsturen naar uitgevers, dagbladen, tijdschriften, websites, etc. Dat kan natuurlijk ook per post met papieren of een usbstick. Voor de rest is email meestal slap geleuter. Internetabonnement opzeggen? Wacht even. Hoe kan ik dan het saldo van mijn bankrekeningen bekijken en betalingsopdrachten uitvoeren? Papieren bankafschriften worden immers niet meer verstuurd en binnenkort worden betalingen per acceptgiro afgeschaft. Ik kan naar de bank en daar gebruik maken van het internet. Dat is een optie. Maar dan kan ik het internet net zo goed zelf houden. Wat nu? Tenslotte mijn mobiele telefoon. Al dat ge’sms heeft nauwelijks iets om het lijf. Telefoontjes meestal ook niet. Het kan gewoon via de vaste huislijn. Goedkoper en minder tijdrovend. Efficiënter bovendien. Maar het alarmsysteem van thuis en van ons appartement loopt via mijn gsm. Dat is wel effectief. Wat nu? Het moge duidelijk zijn: televisie kan ik aan de kant zetten, maar de markteconomie dwingt me om gebruik te maken van het internet en de mobiele telefoon. Daarom neem ik me voor om wekelijks op gedurende één vast uur mijn bankzaken, emails en eventuele nieuwe informatie op bepaalde websites ter hand te nemen. Mijn iPhonegebruik ga ik tot een minimum beperken. Ik bel niet meer ermee, noch sms. Ik ga ook niet meer opnemen - behalve als bellen of smsen absoluut noodzakelijk is, of ik op de display zie dat iemand mij dringend nodig heeft. Gelieve mij dus niet meer te mailen, noch op mijn mobiele telefoon te bellen of te sms’en. Weg met al dat belachelijke speelgoed met die glinsterende schermpjes. Ik ga weer leven. Dat is mijn
voornemen voor het nieuwe jaar.
In december maken we goede voornemens voor het komende jaar. Stoppen met roken, minder drinken, minder hard werken, genereus zijn naar anderen toe, etc. Ondergetekende maakt nooit goede voornemens. Ik rook niet, drink wel (wil ik gaarne zo houden…), wil nog harder werken (geeft zin aan mijn leven) en neem naar eigen vermogen verantwoordelijkheid voor mijn medemens. Natuurlijk maak ook ik elke minuut van de dag fouten. Daar probeer ik van te leren. Speciale voornemens zijn hiervoor niet nodig. Ik ben schuldig. Net zoals we allemaal schuldig zijn.