Louis
van Gaal pareert vooralsnog met een brede grijns alle twijfels en scepsis over zijn vrij drastische en riskante verjonging van het Nederlands elftal. De eerste twee wedstrijden in de WK-kwalificatie leverden zes punten op. Een vliegende start is wat al te sterk uitgedrukt, maar een winnende coach heeft zeker in voetbal altijd gelijk. De bondscoach wil ook niets weten van allerlei bedenkingen op beide overwinningen. In Amsterdam kozen de Turken voor een iets te behoudende tactiek, zonder echte buitenspelers. Desondanks hadden ze kunnen en moeten scoren. Oranje verdedigde slordig en domineerde ook na rust nauwelijks. De 2-0 oogde ietwat gelukkig. In Hongarije bezondigde het onervaren en grillige elftal zich opnieuw aan slordig spel. Althans voor rust in Boedapest. In de tweede helft maakte Oranje goed gebruik van de unieke snelheid op de vleugels. In weerwil van de royale uitslag viel er erg veel aan te merken op de uiterst zwakke vertoning van de Hongaren. Ook die juiste beoordeling van de tegenstander wuifde Van Gaal, met een milde glimlach, achteloos weg. Hij wilde in zijn mening over Hongarije niet verder gaan dat deze ploeg na rust zeer ongeorganiseerd had gespeeld. De kritiek op de Oost-Europeanen liet hij aan al die loerende analisten over. Hij toonde zich meer dan tevreden over het spel van zijn team. En dat zonder de routine van Robben en in de tweede helft ook nog eens zonder Van Persie. Het nieuwe Oranje lijkt voldoende talent en kwaliteit te hebben om zich te kunnen roeren in deze niet al te sterkte poule. De mix van jong en oud oogt fris, gretig, vechtlustig en met de juiste spirit. Maar het Nederlands elftal behoort absoluut niet meer tot de Europese top. Duels straks in Bukarest en Istanbul zullen zwaarder uitpakken dan de vrij vlotte opening tot nu toe. Van Gaal heeft in een snel tempo de ellende van een mislukt EK verdreven. Maar de lange mars naar de eerste vier in Rio voert nog langs vele en vele valkuilen, al wil de bondscoach dat op dit moment onder geen beding horen.