Rond 2030 moet 15 procent van de Nederlandse landbouw biologisch zijn. Dat is nu nog maar 4 procent, waarmee Nederland in Europa onderaan bungelt. Werk aan de winkel dus, maar dat valt niet mee in onzekere stikstoftijden.
Veehouder Suzanne Ruesink is inmiddels flink verduurzaamd met haar 170 koeien, maar de 3000 varkens staan nog steeds in kleine stallen en komen nooit buiten. "Wij zouden graag met het varkensbedrijf willen omschakelen richting biologisch, maar alles staat stil", zegt Ruesink
tegen de NOS. Met name omdat de bank geen lening wil geven. "Als die zegt: we doen maar even niks, want we weten niet welke kant het opgaat met het stikstofbeleid, dan ben je eigenlijk direct al uitgepraat."
Zonder lening gaat het niet lukken. Vooral de eerste jaren zijn duur, legt Gerard Migchels van de Wageningen Universiteit uit. "Bijvoorbeeld als je stopt met kunstmest strooien, omdat je biologisch wordt, komt er minder van je land, maar krijg je wel nog steeds de oude lage prijs." Pas na enkele jaren zijn de producten officieel biologisch en kun je een hogere prijs vragen.
StikstofBiologische landbouw zou meer gestimuleerd moeten worden. Het doorbreekt ook de stikstofimpasse, aldus Migchels. "Als je een gemiddeld gangbaar melkveebedrijf omvormt naar biologisch, halveert de stikstofuitstoot. Dat willen we juist."
Maar behalve de problematische financiering en onzekerheid rond de stikstofregels, belemmert ook een gebrek aan vraag de verduurzaming. Pipie Smits van Oyen van biologische boerenvereniging Biohuis legt uit: "Als wij die stap willen nemen naar 15 procent biologische landbouw, dan zal dat betekenen dat de vraag naar Nederlandse biologische producten nog flink moet groeien."