De aarde warmt op, maar dat gebeurt lang niet overal even snel. Op de Noordpool gaat het bijvoorbeeld veel harder. En dat heeft gevolgen voor de rest van de wereld.
Sinds het begin van de industriële revolutie is de aarde gemiddeld met 1,2 graad warmer geworden. Maar in het Noordpoolgebied gaat het twee tot drie keer zo snel. Dat komt onder meer doordat het ijs normaal gesproken het zonlicht weerkaatst. Als het ijs weg is, wordt de warmte opgenomen door de zee. Het water wordt warmer waardoor het zee-ijs nog sneller smelt.
Het gaat nu zo hard dat er jaarlijks bijna 80.000 vierkante kilometer ijs smelt. Dat is ongeveer twee keer het oppervlak van Nederland. Sinds de metingen begonnen in 1978 is al bijna de helft van al het ijs in de Arctische oceaan verdwenen. Ook is het ijs veel dunner geworden. Als je de afgenomen dikte meerekent is zelfs driekwart van het ijs weggesmolten.
Doordat de regio sneller opwarmt, smelt ook het landijs en dat zorgt voor een stijging van de zeespiegel, waardoor laaggelegen werelddelen vrezen onder water te lopen. Het heeft bovendien gevolgen voor weerpatronen en planten en dieren op de wereld.