Pesticiden die in de landbouw en sierteelt worden gebruikt, zijn het hele jaar door te vinden in de verre omgeving van akkers. Ook kilometers ver worden hoge pieken gemeten, schrijft Trouw na een nieuwe studie van Meten=Weten, een burgerinitiatief dat onderzoek doet naar bestrijdingsmiddelen.
De plant- en schimmeldodende stoffen zijn op alle zeven plekken in Gelderland en Drenthe gevonden. Vooral in het Drentse Diever sloegen de meters uit. In totaal traceerden de onderzoekers zo'n zeventig verschillende gifstoffen. Bijvoorbeeld prosulfocarb, een middel dat gebruikt wordt om onkruid bij aardappel- en graanteelt te bestrijden, werd in hoge mate teruggevonden in de natuur. België heeft dit landbouwgif eerder dit jaar nog verboden.
"Men heeft ons altijd doen geloven dat de middelen keurig op de akkers blijven. Dat er wel een beetje drift is, maar 'met een moderne spuitkop is dat nauwelijks'. Maar die middelen verdampen en worden met de wind meegevoerd", zegt Guido Nijland, onderzoeker bij het initiatief, in het NOS Radio 1 Journaal.
"Het is natuurlijk niet de bedoeling dat die middelen, bedoeld om planten, insecten of schimmels te doden, dat ook elders doen. Het hangt in de lucht en als mens ademen we dat 24 uur per dag in. Daar zitten een heleboel gevolgen aan", aldus Nijland. “We hebben 75 procent vermindering van insecten. Vogels zijn in de broedtijd afhankelijk van insecten, maar ook daar is een duidelijk aanwezige achteruitgang van vogels. Het zou daarmee te maken kunnen hebben."
De onderzoekers roepen de volksvertegenwoordigers in Den Haag op om de middelen die voorkomen in de meting te verbieden. “Als men de Europese richtlijnen volgt, is dat heel logisch. Want is er een redelijke kans op schade bij het gebruik van een middel, dan mogen ze niet gebruikt worden. Ook in de habitatrichtlijn staat dat natuurgebieden niet mogen verslechteren", besluit Nijland.