Honderden honden en katten worden opgeofferd aan proeven. En: hun aantal stijgt.
Werden in 2016 in Nederland nog 656 honden en 89 katten ingezet voor experimenten, in 2017 steeg dat tot 909 honden en 200 katten. Dat blijkt uit de meest recente cijfers van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA).
De stijging is opvallend, omdat het kabinet al jaren pleit voor minder dierproeven. Dat schrijft het AD.
Een van de grootste gebruikers van honden en katten is het commerciële proefdiercentrum Charles River in Den Bosch. Dat centrum ontving eind 2017 nog een vergunning om 2600 honden en 750 katten over een periode van vijf jaar te gebruiken.
In een verklaring laat Charles River - een Amerikaans bedrijf - weten dat dierproeven een essentieel onderdeel zijn van het ontdekken van nieuwe medicijnen en therapieën. Ook zijn de proeven vaak verplicht om nieuwe stoffen op de markt te brengen. ,,We willen het aantal gebruikte dieren verminderen'', zegt een woordvoerder tegen het AD. Dat zal best, maar in feite stijgt het