Overheden geven dit jaar wereldwijd ruim 4,6 biljoen euro uit aan subsidies voor fossiele brandstoffen. Dat schrijft het
IMF in een nieuw rapport. Het bedrag is veel hoger dan eerder werd geschat. Wereldwijd wordt ongeveer 6,5 procent van het BNP uitgegeven aan de subsidies. Ter vergelijking: aan gezondheidszorg besteden landen 6 procent van het BNP. Het IMF noemt de cijfers 'schokkend.' China geeft met 2 biljoen euro het meest uit aan subsidies op fossiele brandstoffen, gevolgd door de VS, Rusland, de
Europese Unie, India en Japan. Volgens het IMF hebben de subsidies niet het beoogde effect. Ze zijn vaak bedoeld om arme mensen te ondersteunen, maar de opbrengsten komen vooral bij de rijkere mensen terecht. Ook stelt het IMF dat energiesubsidies het milieu en de gezondheid schaden, leiden tot meer gebruik van voertuigen en manieren om energie te besparen tegenwerken. Ook leiden de subsidies in veel landen tot tekorten op overheidsbegrotingen doordat de brandstoffen onder de marktprijs worden aangeboden.