Lange tijd was het een mysterie wat er zich onder het ijs van Antarctica afspeelde dat het ijs zo snel deed smelten. NASA denkt nu eindelijk te weten wat het is. Het zou gaan om zogenaamde mantelpluimen. Een mantelpluim is een opwaartse stroming van heet, vast gesteente in de mantel van de Aarde, die zich verspreidt onder de aardkorst. Het is dit verschijnsel dat er waarschijnlijk voor zorgt dat het ijs smelt en afbreekt, wat leidt tot rivieren en andere klimaatverstoringen op Antarctica. Dertig jaar geleden suggereerde een wetenschapper aan de universiteit van Colorado al dat er zich een mantelpluim bevond onder een bepaalde regio van het continent. Die hypothese hielp enkele vreemde verschijnselen te verklaren, zoals vulkanische activiteit en een koepel in het ijs. Het fenomeen van de mantelpluimen is al langer bekend en verklaart bijvoorbeeld hoe het kan dat plaatsen als Hawaii en Yellowstone zoveel geothermische activiteit kennen terwijl ze zo ver van de rand van een tektonische plaat af liggen. Maar het was ook een idee dat wetenschappers maar moeilijk konden geloven, aangezien er nog steeds ijs op de pluim in Antarctica ligt. "Ik dacht dat het een gestoord idee was," zegt Helene Seroussi van NASA. "Het leek me onmogelijk dat er bij zoveel hitte nog steeds ijs zou zijn." Nu hebben wetenschappers de modernste technieken gebruikt om te berekenen hoeveel hitte nodig is om het ijs te laten smelten en dit theoretische model vergeleken met observaties van het gebied. Het heeft hen ervan overtuigd dat het om een mantelpluim moet gaan die 50 tot 110 miljoen jaar geleden is gevormd, lang voordat er ijs lag.