Tot nu toe werd er vanuit gegaan dat er één soort giraf (Giraffa camelopardalis) was met negen subtypen. Uit genetisch onderzoek blijkt nu dat er vier verschillende soorten zijn die zich onderling niet voortplanten. De wetenschappers van d in Frankfurt onderzochten het
DNA in huidstalen van ongeveer 190 giraffen. De negen subtypes waren vertegenwoordigd in het onderzoek. Op het eerste zicht zien alle soorten er hetzelfde uit. Ze leven ook allemaal in Afrika. Toch zijn er vier duidelijk te onderscheiden soorten: de giraf van het Zuiden (Giraffa giraffa), de Masai-giraf (Giraffa tippelskirchi), de reticulaire of Somalische giraf (Giraffa reticulata) en de giraf van het Noorden (Giraffa camelopardalis). In de afgelopen dertig jaar is hun aantal met 35% afgenomen. Nu leven er naar schatting nog maar 100.000 exemplaren. Het feit dat er vier verschillende soorten zijn die zich onderling niet (of nauwelijks) voortplanten, vergroot de kans op uitsterven.