De olie-industrie weet al minstens 50 jaar dat luchtvervuiling die wordt veroorzaakt door gebruik van fossiele brandstoffen ernstige gezondheidsrisico's met zich meebrengt. Dat blijkt uit interne documenten die The Guardian in handen kreeg.
Maar net als destijds bij de tabaksindustrie, zetten ook de grote oliegiganten alles op alles om de gevaren te verdoezelen. Eerst door jarenlang glashard te ontkennen, daarna door keihard te lobbyen tegen regels voor schonere lucht.
GeboortedefectenDe documenten, waaronder interne memo's en rapporten, tonen aan dat de industrie zich er al lang van bewust was dat hun brandstof voor grootschalige luchtvervuiling zorgde, dat de gifstoffen diep in de longen kunnen doordringen en 'grote schade toebrengen aan de gezondheid'. Ze vreesden decennia geleden al dat hun eigen werknemers kinderen met geboortedefecten kregen vanwege de verbranding van fossiele brandstoffen.
Zo erkende Imperial Oil, een dochteronderneming van Exxon, al in 1967 dat de olie-industrie 'een flinke bijdrage levert aan de belangrijkste vormen van vervuiling'. Ze deden ook onderzoek naar 'moeders, die bezorgd waren over de mogelijke gevolgen van smog'.
Diep in de longenShell ging in 1968 in een technisch rapport nog een stap verder en waarschuwde dat luchtvervuiling 'in extreme situaties vernietigend kan zijn voor de gezondheid'. De olie-industrie moest volgens Shell 'schoorvoetend accepteren dat auto's verreweg de grootste veroorzaker zijn van luchtvervuiling'.
Er staat in het rapport verder dat zwaveldioxide "voor ademhalingsproblemen kan zorgen, stikstofdioxide longschade kan veroorzaken en dat er waarschijnlijk een oproep komt om emissies te verminderen vanwege de mogelijke lange termijneffecten op de gezondheid."
Toen al wist Shell: "Fijnstofdeeltjes zijn de echte schurken als het gaat om gezondheid. Ze brengen kankerverwekkende gifstoffen diep in de longen, die anders in de keel onschadelijk kunnen worden gemaakt."
Decennialang agressief lobbyen van de industrie heeft al te vergaande maatregelen echter tegen kunnen houden, klinkt het in The Guardian.
Bron(nen): The Guardian