Her en der in het landschap zijn ooievaars alweer hun nest aan het klaarmaken op een houten paal hoog boven de grond, in de boomtoppen, op daken en torens. Binnenkort leggen ze 3 tot 5 eieren en gaan ze zo'n 33 dagen broeden, waarna de eieren met tussenpozen van 1 of 2 dagen uitkomen.
Er zijn vele gulzige monden te voeden; in de eerste 20 dagen stijgt het gewicht van een ooievaarskuiken van 160 naar 1500 gram. Ze eten ieder ruim een halve kilo per dag en komen op deze manier zo'n 200 gram per dag aan. Na twee maanden vliegt de kleine uit, maar niet voordat hij zo'n 4 kilo aan voedsel naar binnen heeft gewerkt.
De kuikens doen zich tegoed aan regenwormen, kevers en langpootmuggen, maar ook muizen en af en toe een mol worden voor hen thuisbezorgd door de ouders. Vader en moeder hebben er een dagtaak aan om al dit voedsel te vangen, vaak is er niet genoeg voor alle jongen. Daarom komt het nogal eens voor dat de zwakste kuikens zonder pardon uit het nest worden gesmeten door hun ouders.
De natuur is meedogenloos. Deze ooievaar vergroot de kansen van de overgebleven jongen door de zwakste van het nest overboord te gooien.
Kijk hier hoe dit in zijn werk gaat:
In het Overijsselse Wilsum werden zelfs 3 van de 4 jongen uit het nest verstoten: