"Inhaligheid, grote onverzadigbare hebzucht," zegt premier Jigme Thinley van Bhutan. "Dat is feitelijk de oorzaak van de crisis. We moeten stoppen almaar te blijven praten over economische groei en beginnen te praten over bruto nationaal geluk." Dat is wat het kleine koninkrijkje in de Himalaja in de praktijk brengt. Niet streven naar steeds meer, maar naar steeds gelukkiger. "We zien nu waar de nadruk op groei en bruto nationaal product toe heeft geleid: tot ellende en teleurstelling. In de Grondwet van Buthan staat sinds kort dat alle wet- en regelgeving, van landbouw tot transport en buitenlandse handel, moet worden beoordeeld vanuit de vraag hoeveel ze bijdragen aan geluk. De filosofie, geintroduceerd door de toenmalige koning in de jaren zeventig, werpt verrassend veel vrucht af. In internationale vergelijkende studies, onder meer door wereldexpert geluk Ruut Veenhoven van de Erasmus Universsiteit, scoort Bhutan steevast in de bovenste regionen als het gaat om geluk. Dus het lijkt te kunnen: geluk maken. The New York Times vindt dat het de moeite waard is daar eens over na te denken, als alternatief voor alweer economische groei, die (aantoonbaar) niet gelukkig maakt en uitermate broos is gebleken.