Toen Saddam Hussein in december 2003 uit zijn kuil bij Tikrit was gehaald ('We have got him') was het de raak van John Nixon om hem te verhoren. Nixon had zich jarenlang namens de CIA in Saddam verdiept. Hij raakte van die verhoren onder de indruk van het intellect van de dictator. Dat schrijft hij in een boek over Saddam. Die was buitengewoon achterdochtig, maar ook slim, empatisch, charmant, grappig en beleefd. En soms buiten zichzelf van
woede. Nixon vertelt dat het
Witte Huis maar een ding wilde weten: of er toch niet ergens iets van massavernietigingswapens waren. Maar die waren er niet. Later sprak hij ook met George W Bush. Hij zegt dat het leuker was met Saddam te praten dan met Bush, die 'geïsoleerd van de realiteit was' en die omringd was door ja knikkers en geen belangstelling had voor feiten. Hij schaamt zich voor de
chaos die Bush en Blair van Irak hebben gemaakt. 'De regio zou er beter aan toe zijn als Saddam aan de macht was gebleven'.