Theo Langejan, de bestuursvoorzitter van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) heeft sinds zijn aantreden vier jaar geleden 22 buitenlandse dienstreizen gemaakt. Driekwart daarvan is betaald door bedrijven en organisaties die onder toezicht van de NZa staan of opdrachten krijgen van de NZa. Dat blijkt uit onderzoek van NRC. Door die cadeautjes aan te nemen maakt Langejan zich minder onafhankelijk, maar dat is volgens de NZa niet erg.
De NZa stelt desondanks dat het vertoonde gedrag „niet verboden” is, want er zou geen sprake zijn van „vergoedingen”.Het reisgedrag van Langejan staat op gespannen voet met de eigen integriteitscode en de Rijksregeling voor bezoldiging van bestuursorganen als de NZa. Die verbieden dat bestuurders van de NZa „in hun ambt vergoedingen van derden” aannemen. De NZa stelt dat het vertoonde gedrag „niet verboden” is, want er zou geen sprake zijn van „vergoedingen”. Andere toezichthouders, zoals de Autoriteit Financiële Markten (AFM) en de Autoriteit Consument & Markt (ACM), maken uit principe geen
reizen op kosten van derden. „Dat is om onze onafhankelijkheid te waarborgen”, aldus een AFM-woordvoerder. De toezichthouder, die in de zorg onjuiste declaraties aanpakt, overtreedt zelf eigen regels bij het declareren van buitenlandse reizen en de aanbesteding van onder meer dienstauto's voor de raad van bestuur.
Langejan keurde zijn eigen reisuitgaven en andere kosten van zichzelf goed. In 2012 betaalde hij daarnaast een privé-uitgave met de creditcard van de NZa. Op kosten van advieskantoor PwC, dat opdrachten ontvangt van de NZa, reisde voorzitter Langejan naar PwC-bijeenkomsten in onder meer Mexico, Zuid-Afrika, Singapore en Washington.