In Nederland hebben we de Balkenende-norm (in 2011 193.000 euro bruto per jaar), in Uruguay hebben ze een president die kan rondkomen van 800 dollar per maand. José Mujica (77), die in 2009 met ruime meerderheid van de stemmen de presidentsverkiezingen in dit kleine Latijns-Amerikaanse land won, is gewoon in zijn oude huis blijven wonen en geeft 90 procent van zijn inkomen weg aan goede doelen, zoals een woningbouwprogramma voor de armen. Zelf zegt hij daarover, de Romeinse dichter Seneca citerend: “Het is niet de man die te weinig heeft, maar de man die steeds meer wil, die arm is.” Mujica is sowieso een nogal buitenissige president. Hij heeft veertien jaar in eenzame opsluiting gevangen gezeten, omdat hij ooit een van de leiders is geweest van de Uruguyaanse stadsguerrilla's, de Tupamaros, die er niet voor terugdeinsden geweld te gebruiken en mensen te vermoorden. Toen hij halverwege de jaren tachtig op vrije voeten kwam, ging hij de politiek in en shockeerde hij, eenmaal gekozen als parlementslid, de parkeerwachten bij het parlementsgebouw door te arriveren op een Vespa. Na de verkiezingsoverwinning van het Brede Front (een coalitie van sociaaldemocratische en andere linkse partijen) in 2004 werd hij minister van Landbouw en Visserij. Met zijn vrouw heeft Mujica bij zijn huis een klein stukje grond, waarop ze chrysanten kweken. Als hij over twee jaar weer president af is (in Uruguay mogen presidenten maar één termijn volmaken) zal hij zich weer volledig op de chrysantenteelt storten.