Niet eerder zijn er zeven bewindslieden uit één kabinet afgetreden. De laatste gevallene is minister van Defensie Jeanine Hennis. Het afscheid is hard. Na het zware debat dinsdagavond loopt ze nog één keer haar ministerie binnen. Een erehaag van ambtenaren en militairen wacht haar op. "Dit was het dan,’’ zegt ze tegen haar collega’s. "Waar is de wijn?’’ Daarna is het onvermijdelijk tijd voor het laatste ritje in de dienstauto. Frans Weekers overkwam als staatssecretaris van Financiën drie jaar geleden hetzelfde. "Ik wil niet piepen. Het hoort er allemaal bij als je voor de politiek kiest. Maar het is echt een hard gelag. Het doet écht wat met je,’’ zegt hij in het AD. Na het debat sprak hij nog met Rutte en enkele collega's. "We dronken een paar biertjes en ik tekende mijn ontslagbrief. En dan is het ineens over." "Volgens de regels heb je er recht op dat de chauffeur van het ministerie je nog één keer naar huis brengt. Pasjes, telefoon en laptop moet je inleveren. De volgende dag ging ik naar het ministerie om mijn persoonlijke spullen te pakken. Mijn secretaresse zei: "Dat hoeft niet meer. Daar staat je doos.'' Het gaat allemaal netjes, maar het is wel duidelijk en hard.’’ Het duurde even voor Weekers het ontslag verwerkt had. "Het ene moment werk je 100 uur per week, het andere doe je niks meer. Dat is raar. De dagelijkse loodgieterstas met papieren die je moet tekenen, krijg je niet meer mee. Het is gewoon een gat waar je invalt."