Nieuw-Zeeland kampt al jaren met een gigantische woningnood. Voor de lagere en middeninkomens is een koophuis vrijwel onbetaalbaar. Het is reden voor de jongere generatie om hun toevlucht te nemen tot verplaatsbare cabines die ze in de tuin van hun ouders of bij vrienden neerzetten. Honderdduizenden Nieuw-Zeelanders kunnen zich geen koophuis meer veroorloven en zelfs een huurwoning is lastig. De huizenprijzen blijven maar stijgen, terwijl er te weinig nieuwe huizen worden gebouwd. De verkoop van verrijdbare containerwoningen is daardoor in enkele jaren tijd verviervoudigd. Daarnaast wonen meer en meer mensen in een zeecontainer, tent of auto. De woningprijzen in Nieuw-Zeeland behoren tot de hoogste ter wereld. Auckland is de zevende duurste stad en alle drie de grote steden zijn haast onbetaalbaar geworden. De Labour-regering van premier Jacinda Ardern is onder meer verkozen op basis van de belofte om de huizencrisis op te lossen, maar dat lukt tot nu toe niet goed. Kiwibuild, het vlaggenschip van de regering, moet de crisis verhelpen, maar het woningbouwprogramma kampt met veel tegenslag. Het doel om in juni duizend betaalbare nieuwe woningen af te hebben wordt niet gehaald. Waarschijnlijk staan er tegen die tijd maar 300. Kiwibuild mikt op 100.000 woningen in tien jaar tijd. Ardern houdt vast aan die belofte, ook al is het doel voor de korte termijn niet gehaald.