Kolonisten op de bezette Westelijke Jordaanoever vallen Palestijnse bewoners aan in hun huizen, op straat en in hun olijfgaarden. Er zijn de afgelopen twee weken al minstens 90 Palestijnse doden gevallen, zeggen Israëlische mensenrechtenorganisaties.
Ze worden hierbij geholpen door Israëlische militairen en door het ministerie van Nationale Veiligheid onder leiding van de uiterst rechtse en ultranationalistische minister Ben Gvir, die duizenden automatische vuurwapens, helmen en uniformen heeft uitgedeeld.
"Ze grijpen hun kans nu de internationale gemeenschap de andere kant op kijkt", zegt Sarit Michaeli van de Israëlische organisatie B'Tselem, die schendingen van mensenrechten in Palestijns gebied documenteert, tegen
de NOS. "Dit zagen we al gebeuren, maar ze zijn het tempo nu aan het opvoeren. Ze blokkeren wegen, omsingelen dorpen en vallen aan."
"We werden vastgebonden, vernederd en geslagen met stokken", vertelt Abu Bashar, hoofd van de bedoeïenengemeenschap in het dorp Wadi al-Seeq. "Dat heeft uren geduurd." Om hulp kon de Palestijnse gemeenschap niet vragen. Ze werden mishandeld in het bijzijn van militairen. Alle veertig families moesten noodgedwongen het dorp uit vluchten. "De kolonisten hebben alles van ons afgepakt. Onze huizen, onze auto's, onze spullen."
Er zijn talloze van dit soort aanvallen gedocumenteerd door de mensenrechtenorganisatie Yesh Din. Tientallen gemeenschappen van herders en bedoeïenen zijn verjaagd. Tenten worden in brand gestoken en het vee ingepikt. In het dorp Qusra schoten kolonisten drie mensen dood, en de dag erna tijdens de begrafenis vermoordden ze nog een vader en zoon. Israëlische soldaten stonden erbij en grepen niet in.
De nederzettingen worden al decennia uitgebreid, onder toeziend oog van opeenvolgende Israëlische regeringen. Kolonisten voelen zich nu bij hun landroof gesterkt door de ministers Ben Gvir en Smotrich, die zelf kolonist zijn en de Westoever willen annexeren. "Het gezamenlijke doel is om Palestijnen te onteigenen en verjagen", zegt Michaeli.
In Wadi al-Seeq wonen kolonisten nu in de huizen van de bedoeïenen. "Het was een laffe terreurdaad", zegt Abu Bashar over de nacht dat ze werden aangevallen. "Nu zijn we vluchtelingen geworden, zonder dak boven ons hoofd, zonder eten en zelfs zonder dekens om onder te slapen."