Midden in de eerste coronagolf overleed de hoogbejaarde moeder van premier Rutte. Aan De Telegraaf vertelt hij hoe dat was en is.
„Het was loodzwaar. Mijn persoonlijke verhaal vervlocht zich daar eigenlijk met 17 miljoen verhalen van de Nederlanders. Hugo de Jonge zei me op een gegeven moment dat we de verpleeghuizen moesten sluiten. Een seconde later dacht ik: ’ja wacht eens even, dat raakt mij. Nu ga ik mijn moeder een tijd niet zien.’ Dus… pfff...”
Kon u nog wel met haar converseren?
„Ja, via schermen op de laptop. Maar je zag wel dat dat zwaar was. Ik kreeg op die dinsdag half mei het bericht van mijn broer. We mochten bij ma langs, want op dat moment was ze heel ernstig ziek. Ik heb haar toen nog wel kunnen zien. Maar het was één bezoeker per persoon. Uiteindelijk was alleen mijn zusje erbij. Toen is ze overleden.”
Staat u er veel bij stil?
„Ik rooster heel bewust elke week momenten in met mijn hele naaste familie, die daar net zoals ik heel veel verdriet van heeft. Op die momenten gaat het helemaal niet over mijn werk, want die familie van mij is daar opmerkelijk weinig in geïnteresseerd. En dat vind ik ook wel heel fijn.”
Heeft u er nog met uw moeder over kunnen praten dat u nogmaals VVD-leider wilde worden?
„Nee. Dat is niet meer gelukt. Dat vind ik heel jammer. Niet om haar te vragen: wat vind jij? Maar om het haar gewoon te vertellen. En als ze er wat van had gevonden, had ze het ongetwijfeld gezegd.”