Op een avond in juli 2010 voer de Japanse olietanker M Star, ruim driehonderd meter lang en gevuld met twee miljoen vaten ruwe olie, door de straat van Hormoez, de nauwe zeestraat tussen Iran en Oman. Plotseling maakte het schip een stevige slinger. De bemanning zag een flits, even later gevolgd door wat klonk en voelde als een explosie. In de haven van Fujairah in de Verenigde Arabische Emiraten werd een gat van elf meter en één meter diep in de scheepsromp ontdekt, net boven de waterlijn, met de sporen van een ontploffing. Tot op de dag van vandaag is het een mysterie wat er precies is gebeurd. Iran ontkende onmiddellijk iedere betrokkenheid, maar vandaag de dag nemen de zorgen toe dat het land zou kunnen besluiten de Straat van Hormoez af te sluiten, als vergelding voor de economische sancties of een eventuele Israëlische aanval op Irans atoom-installaties. De Straat van Hormoez geldt als een van de meest kwetsbare plekken in het mondiale olietransportnetwerk. Iedere dag varen er zo'n dertien supertankers door die betrekkelijk makkelijk te raken zijn. Tot voor kort gingen de meeste experts ervan uit dat Iran nooit zo ver zou gaan om de Straat te blokkeren, omdat het land immers zelf zijn olie via deze route exporteert. Maar nu de economische sancties werkelijk gaan bijten, stort de Iraanse olie-industrie in elkaar en is dat argument tegen een afsluiting eigenlijk geneutraliseerd. Verder zou het regime in Teheran als het onder druk komt te staan voor deze mogelijkheid kunnen kiezen om wraak te nemen op het Westen. Weliswaar zijn Saoedi-Arabië en Abu Dhabi bezig met de (versnelde) aanleg van pijpleidingen die als alternatief voor de waterroute gebruikt kunnen worden, maar tot voor kort gingen er 17 miljoen vaten per dag door de Straat, plus een aanzienlijke hoeveelheid LNG (vloeibaar aardgas). Japan is van alle geïndustrialiseerde landen met 82 procent van zijn importen het meest afhankelijk van olie uit de Perzische Golf. Bron: Financial Times