Prominent oud-Kamerlid van de SP Sharon Gesthuizen klapt in haar boek uit de school over de sfeer binnen de Socialistische Partij en hoe ze daardoor een burn-out kreeg. "Ik functioneer niet goed onder dat soort leiderschap," zegt ze in het AD.
Ze verwijst in 'Schoonheid, macht liefde in het leven en de politiek' naar de beruchte dominantie van Jan Marijnissen. "Het duurde lang voordat ik zelf inzag dat men niet het
recht had op die manier met me om te gaan. En het was ook zo dat Agnes tegen me had gezegd: ben je niet te druk? Mijn agenda stond altijd vol. Maar door de sfeer waarin ik moest werken, durfde ik geen grenzen aan te geven. Het was nooit goed of goed genoeg. Dat was ziekmakend.''
Haar enorme loyaliteit heeft haar de kop gekost. "In principe wil je erin geloven dat je bij een idealistische organisatie in een complexe wereld werkt. Je hebt een toren van loyaliteit gebouwd die je overeind wilt houden, je wilt daarin geloven. Dáár gaat je energie in zitten. Ik voelde me er heel onprettig onder. Het moest heel erg passen in de visie van één iemand. Op een gegeven moment denk je: is dat nou echt de visie van de hele partij? Het was een monocultuur. Het negatieve raakte me veel meer, dat had veel meer impact. Als het om eendracht gaat zit de SP op de schaal van 1 op 10 dicht bij het uiterste. Dat is de manier waarop wij het doen. Eendracht. Daarin moet je niet doorschieten.''
"Na het vertrek van Jan Marijnissen ging het al beter," vertelt Gesthuizen. "En onder Roemer gingen de luiken open. Jan is iemand die het niet kan laten gaan zoals het gaat. Je kunt maar één kapitein op het
schip kunt hebben en er waren er op dat moment twee. Naar mijn idee kon hij het niet loslaten. Uiteindelijk vertrouwde hij het alleen zichzelf toe en anderen niet.''
Over de mislukte verkiezingscampagne zegt ze: "Alles wat ik niet goed deed, kreeg ik te horen. En dan falen op zo’n belangrijk moment! Komt het campagneteam hier dan nog even verantwoording afleggen? Niet dus.''
Maar ze heeft vrede met hoe het gelopen is. "Weet je, ik ben er niet meer boos of verontwaardigd over. Maar als ik geen voortschrijdend inzicht of spijt heb gezien, ja, dan vind ik ook niet dat er iets te vergeven valt. Ik snap beter door mijn eigen tien jaar in de Kamer en door dit boek te
schrijven, hoe ongelooflijk hoog de druk is. Voor fractievoorzitters is die onmenselijk hoog.''