De successen van de Taliban in Afghanistan zijn mede mogelijk gemaakt door steun van de Pakistaanse geheime dienst aan de Taliban. Dat meldt The New York Times op gezag van Amerikaanse waarnemers, die stellen dat de geheime dienst geld, wapens en militaire adviezen geeft. Het bericht belooft niet veel goeds voor de kansen op succes van de Afghanistan-conferentie volgende week in Den Haag. Hoewel de Pakistaanse regering heeft beloofd op te treden tegen geheime steun aan de Taliban, komt daar in de praktijk volgens de Amerikanen weinig van terecht. De Pakistaanse steunoperatie zou gecoördineerd worden door de geheime dienst ISI, en dan vooral de duistere S-afdeling. Er is zelfs bewijs dat ISI-medewerkers regelmatig overleg voeren met Taliban-commandanten over bijvoorbeeld de vraag of de aanvallen moeten worden opgevoerd aan de vooravond van de Afghaanse verkiezingen. The New York Times zegt zich te baseren op gesprekken met zes veiligheidsspecialisten, onder wie ook Pakistanen die zelf getuigen zouden zijn geweest van de steunoperatie voor de Taliban. De Amerikanen beschuldigen ISI al langer van dubbelspel, maar de nieuwe aantijgingen gaan verder: ISI zou steun verlenen aan een breder scala van islamitische verzetsgroepen, en de steun zelf zou ook veelzijdiger zijn dan gedacht.