Afgelopen zaterdag is de Poolse premier Donald Tusk verkozen tot de nieuwe EU-president en de Italiaanse Federica Mogherini tot Buitenlandcoördinator. Geen ideale kandidaten, maar een gedegen compromis, zo analyseert de Volkskrant vandaag. Binnen een kwartier was het zaterdagavond geregeld: Tusk en Mogherini gaan samen met Juncker de belangrijkste functies bekleden in Europa. Helaas was het wederom een moeizame uitruil en afweging van nationale belangen. Om met de woorden van een EU-ambtenaar te spreken: 'Geschiktheid van de kandidaten werd steeds meer een voetnoot in de hele procedure.' Zo is Mogherini een nogal onervaren politica, die pas sinds februari minister van Buitenlandse Zaken is in Italië. Eerder werd ze nog te licht bevonden tegen
Moskou. Maar de Italiaanse premier Renzi hield vol, kreeg Hollande mee en
Merkel wilde geen ruzie met de Italiaan. Iemand die wel zijn mondje roert als het gaat om de Russische agressie in Oekraïne is de ervaren Donald Tusk. Een goede tegenhanger dus. Bovendien het bewijs dat de Oost-Europese landen voor vol worden aangezien in de EU. Grootste bezwaar is zijn gebrekkige Engels. Maar eigenlijk, zo schrijft de Volkskrant, vonden de meeste leiders het wel best. Ze wilden vooral geen al te grote ego's, die zich te veel zouden profileren.