Morgen zijn de eerste landelijke verkiezingen in Irak, sinds het Amerikaanse leger in 2011 het land verliet. Daarbij wordt veel geweld verwacht. Vandaag kwamen al twintig mensen om het leven bij bomexplosies. Morgen zullen terroristen de verkiezingen verstoren met meer aanslagen. In Irak zijn 22 miljoen kiesgerechtigden, die bestaan uit soennieten, sjiieten en Koerden. Sinds 2006 is de sjiitische Al-Maliki aan de macht. Hij noemt zich de sterke leider die de chaos en het geweld kan verminderen. Maar volgens critici vergroot hij alleen maar de kloof tussen de twee islamitische stromingen. Verwacht wordt dat Al-Maliki de verkiezingen wint. Er zijn steeds minder wijken waarin zowel sjiieten als soennieten wonen en gemengde huwelijken komen nauwelijks nog voor. Ook zijn de spanningen tussen soennitische en sjiitische militanten de laatste tijd weer hoog opgelopen. Een kapper uit Bagdad zegt tegen persbureau AP. 'Politici hebben de afgelopen vier jaar niets zinnigs uitgevoerd. De enige verandering die we mogelijk na de verkiezingen zullen zien is dat de situatie nog slechter wordt.'
Bron(nen): Volkskrant