Wie VVD stemt, heeft het meestal financieel goed. Dat is al lang zo. En met de meerderheid van de Nederlanders gaat het financieel uitstekend. Sterker nog, hoe hoger de huizenprijzen, hoe beter het hen gaat.
Zes op de tien Nederlandse huishoudens bezit een huis en is het afgelopen jaar slapend weer zo'n 18 procent rijker geworden,
schrijft de Volkskrant in een analyse. De woningcrisis is voor hen dus alles behalve een crisis. En de VVD is nodig om te voorkomen dat er op dat gebied veel verandert. Deze kiezers lijken zich ook niet erg druk te maken om het leed van anderen. De toeslagenaffaire, de mislukte evacuatie uit Afghanistan, Omtzigt-gate, het is natuurlijk niet alleen dat het allemaal van Rutte afglijdt. Het glijdt ook af van zijn achterban.
"Dat zijn inderdaad niet de dingen waar de VVD-kiezers zich erg over opwinden, zegt Peter Kanne, opiniepeiler van I&O Research,
tegen de krant. "Dat geldt ook voor de problematiek in Groningen, bij Tata Steel of rond vaccineren. Mensen die zich daar druk om maken, stemmen eerder SP, GroenLinks of wijken uit naar een rechts-populistische partij. Met de VVD-kiezer gaat het over het algemeen goed. Het zijn mensen die hun leven en financiën op orde hebben en niet te veel verandering willen."
Gek genoeg, is huizenbezit, zeker in een markt als deze, een omslagpunt. 'Een aanslag op de solidariteit,' aldus bestuurskundige Stéfanie André in haar proefschrift over de woningmarkt. Wie een huis als spaarpot of pensioen ziet, gaat anders naar de wereld kijken: huizenbezitters stemmen twee keer zo vaak op de VVD of FVD als huurders en zijn vaak tegen uitbreiding van de verzorgingsstaat.
Socioloog Niels Spierings onderzocht voor De Correspondent een groep mensen die in 2015 nog een huis huurde en in 2020 een koophuis had. Als huurder zei 17 procent op een rechtse partij te gaan stemmen, als huiseigenaar was dat 39 procent.
Met andere woorden: zolang de meerderheid van de mensen een eigen huis heeft dat bovendien elk jaar veel meer waard wordt, kan Rutte het heel bont maken.