Flaneren, dineren en gesticuleren, la dolce vita is niet zo moeilijk, maar je moet wel even weten hoe het werkt. 10 dingen die we van de Italianen kunnen leren. Geen gehucht zo klein of het heeft wel zijn eigen markt, waar vrijwel alles te koop is: voordelig, gezellig en lekker in de buitenlucht. Het hele jaar door eten de Italianen groente en fruit van het seizoen. Bijna elk gerecht bevat wel sappige verse tomaten of paprika's. De Italianen praten graag en met iedereen. Ze verlaten zelden de winkel zonder even gebabbeld te hebben met de winkelier. Eten doe je niet alleen en zeker niet even snel tussendoor. Je maakt er samen met familie of vrienden een uitgebreide bijeenkomst van. Hoewel ze de lekkerste wijnen maken, drinken de Italianen zelf minder dan de meeste andere Europeanen. Een glaasje wijn bij het eten, een cocktail op het terras en daar houdt het wel mee op. De gebaren van de Italianen zijn beroemd. Ze hebben zo'n 250 verschillende. Het brengt leven in de brouwerij en zorgt voor de nodige drama. In Italië raakt men elkaar te pas en te onpas aan. Zoenen als begroeting, even het haar aanraken of arm in arm lopen is normaal. De Italiaan is trots op zijn afkomst. Hij vertelt graag wat voor bijzondere dingen er te zien zijn in zijn geboortedorp en dat het lokale restaurant het allerlekkerste eten ooit serveert. Ze blijven niet de hele avond hangen in hun stamkroeg, maar bezoeken meerdere bars en andere uitgaansgelegenheden. Zo is het zien en gezien worden door zoveel mogelijk mensen. Veel Italianen gaan dagelijks naar een café om daar staand aan de bar hun favoriete espresso, cappuccino of macchiato te drinken (en ja, cappuccino alleen in de ochtend).
Bron(nen): Knack