Tien jaar geleden schreef journaliste Hind Fraihi ‘Undercover in Klein-Marokko: achter de gesloten deuren van de radicale
islam’, het resultaat van twee maanden undercoverwerk als moslima in Molenbeek. Haar conclusie toen: een deel van de Molenbeekse moslimgemeenschap is in ijltempo aan het radicaliseren.
Humo sprak na Parijs, maar voor Brussel met Fraihi die 10 jaar terug al wist dat er iets broeide waar we nog van zouden horen. Dat kon alleen toen niemand iets schelen. Voor haar reportage mat Fraihi (39) zich de identiteit aan van een studente sociologie, op onderzoek naar de islambeleving in Brusselse gettowijken. Zo drong de onderzoeksjournaliste uit Bornem binnen in de Molenbeekse kringen van baardige fundi’s: ze sprak onder meer met de extremistische sjeik Bassam Ayachi, die intussen al jaren zijn domicilie in Syrië heeft. De hangjongeren die ze aanklampte op straat en in metrostations, hadden het over jihad voeren en over hoe ze zich best wel wilden opblazen voor de Islamitische Zaak. Destijds kreeg Fraihi vooral kritiek: voor veel moslims was ze een nestbevuiler; voor de Molenbeekse politici en politie was ze een sensatiegeile overdrijver; voor de integratiesector was ze een collaborateur van rechts. "Sommigen zeiden me: ‘Hind, je hebt het bij het rechte eind, maar je mag er zo niet mee uitpakken.’ Dan bevuilde ik mijn eigen nest. Maar ik zei het daarnet al: ik was zeker niet de enige moslim die de bui zag hangen en ze signaleerde." Zij zoekt de oorzaak in de islam. "Ik riep destijds al om een spirituele godsdienstbeleving in plaats van een publieke. Voor mij hoort godsdienst thuis in je
hart. En dat geldt niet alleen voor de islam, maar voor alle religies: la réligion sera spirituelle ou ne sera plus.»