1. Als iemand je niet aankijkt, of juist onnatuurlijk naar je staart: wees behoedzaam 2. . De leugenaar tracht zich letterlijk van je af te keren 3. . Hangende schouders, gekruiste armen, friemelen, knipperende ogen. 4. Een leugenaar (tenzij hij of zij heel erg vaak liegt) 5. Leugenaars vertellen dan nodig is. 6. Een leugenaar gebruikt om te antwoorden 7. Een leugenaar is , een eerlijk iemand veel minder 8. Een leugenaar tussen jou en hem/haar 9. Woorden en gebaren lopen 10. Let op 11. In het verhaal is onwaarschijnlijk en onnodig 12. Een leugenaar zit veel aan zijn/haar 13. Als je denkt dat je spreekt met een leugenaar, . Een leugenaar zal je opgelucht volgen. Een niet-leugenaar begint weer over het onderwerpLet op mondjes