De afgelopen dagen braken in veel Nederlandse binnensteden stevige rellen uit. De onrusten hadden weinig meer te maken met coronademonstraties. Welke groepen waren het dan wél die de boel afbraken?
Volgens criminoloog Henk Ferwerda, directeur van onderzoeksbureau Beke, ging het om een combinatie van drie typen relschoppers. Hij onderscheidt ten eerste massa-gestuurde rellen, die ontstaan uit demonstraties met activisten, ten tweede afspraak-gestuurde rellen, waarbij bijvoorbeeld hooligans met elkaar op de vuist gaan en tenslotte incident-gestuurde rellen, zoals na een overlijden bij een politie-interventie.
“Dit weekend ging om een combinatie van de drie types”, zegt Ferwerda tegen Het Laatste Nieuws. “Virusontkenners gingen, tegen het demonstratieverbod in, samen zogezegd een kop koffie drinken en kregen van de politie een uur om te vertrekken. Vervolgens sprongen daar weer andere groepen op: rechts-radicalen, hooligans, jongeren. Zij gebruiken die demonstraties als een podium om met de politie te vechten.”
Al deze relschoppers grijpen nu hun kans. Ferwerda en geweldssocioloog Don Weenink (Universiteit van Amsterdam): “De oude confrontaties tussen politie en hooligans bestaan nog amper, maar die groepen zijn er nog wel”, zegt Weenink. “Nu konden ze even flink losgaan. Om daar met honderd te staan geeft een bepaalde energie en het lijkt erop dat de politie voor hen een legitieme vijand is.”
Bron(nen): HLN