Vandaag is de kernramp bij Tsjernobyl precies dertig jaar geleden. De gevolgen zijn nog steeds in het dagelijks leven merkbaar. Verslaggevers van persbureau AP hebben melk getest van een boer die op enkele kilometers van het ontruimde gebied woont. De melk bevatte tienmaal zoveel strontium-90 dan toegestaan onder voedselveiligheidsnormen in Wit-Rusland. Het is ongetwijfeld niet de enige boer die melk met dergelijke doses radioactiviteit produceert. De melk wordt verkocht aan een plaatselijke zuivelfabriek, Milkavita, die een soort Parmezaanse kaas produceert voor de Russische markt. De onderzochte boer, die zelf overigens beweert dat de test niet deugt, woont op een paar kilometer van de rand van het Polesski Radio-ecologisch Reservaat, een gebied van 2200 vierkante kilometer dat na de ramp met de kerncentrale werd ontruimd. Ruim 138 duizend mensen werden gedwongen het gebied te verlaten, terwijl nog eens 200 duizend mensen die in de buurt woonden vrijwillig vertrokken. Volgens dr. Joeri Bandazjevski, de voormalig
directeur van het Medisch Instituut in Gomel, doen de Wit-Russische autoriteiten veel te weinig om de bevolking te beschermen tegen de kankerverwekkende stoffen in het voedsel als gevolg van de kernramp. Bandazjevski werd afgezet als directeur en in 2001 wegens corruptie veroordeeld, maar volgens mensenrechtenorganisaties ging het om een politiek proces.