We zoeken het in verre reizen, in mooie auto's, in gezond leven of juist in feesten tot de zon opkomt, maar wat maakt ons nou echt gelukkig? De grondlegger van het geluksonderzoek, Ruut Veenhoven (80), vertelt in de Volkskrant zijn inzichten na een halve eeuw onderzoek.
- Onze maatschappij
Vanaf de jaren 70 worden we als land steeds gelukkiger. We scoren ook hoog vergeleken met andere landen. "Dat komt omdat wij in een welvarende meerkeuzemaatschappij leven, waar je als individu je eigen keuzen kunt maken. Daar komen meer mensen terecht in een leven dat bij ze past", aldus de ongeneeslijk zieke oud-professor. - Ambtenaren
Je verwacht het niet direct, maar de overheidsdienaars zijn een stuk nuttiger dan je denkt. "Goede ambtenaren blijken zelfs een belangrijkere voorspeller van geluk dan welvaart. Als je in een land leeft met goed opgeleide ambtenaren, die niet corrupt zijn, dan levert dat een voorspelbare omgeving op. Daarin kunnen mensen beter hun eigen keuzen maken." - Psychologen
Ook deze zie je niet direct aankomen, maar geestelijke gezondheidszorg is cruciaal volgens Veenhoven. "Welvaart is belangrijk voor geluk, maar vanaf een bepaald punt maakt meer geld niet gelukkiger. Wat meer uitmaakt is waaraan dat geld besteed wordt, zoals bijvoorbeeld aan psychotherapie. Ongelukkige mensen zijn in Nederland niet per se arme mensen, het zijn voor een groot deel mensen die een psychische stoornis hebben. Als je gaat tellen zie je: hoe meer psychiaters en psychologen een land heeft, hoe gelukkiger de mensen zijn. Het is net als met dokters. Hoe meer dokters in een land, hoe langer de mensen er leven." - De opvoeding
Nederlandse kinderen zijn niet de prettigste in de omgang, maar ze zijn wel gelukkig. "Wat ook een rol speelt in ons groeiende geluk, vermoed ik, is de veranderde manier van opvoeden. Vroeger was de opvoeding gericht op gehoorzaamheid. Ouders zijn hun kinderen de afgelopen decennia meer gaan opvoeden om ze te helpen ontdekken wie ze zijn en wat bij ze past. Dat is belangrijk in een maatschappij waar veel te kiezen valt, daar moet je kunnen kiezen." - Emancipatie (tenminste voor mannen dan)
Een gekke en eigenlijk ook ietwat treurige bevinding uit Veenhovens onderzoek: mannen zijn gelukkiger geworden van de emancipatie dan vrouwen. "Hoe dat komt, weten we niet precies. Als je kijkt naar de huidige situatie, komt het bij werkende vrouwen in feite neer op dubbele belasting. Ze doen nog steeds het meeste huishoudelijk werk, ze zijn bezig met hun carrière, maar willen ook graag kinderen. Dat is heel wat bij elkaar. Misschien is het eigenlijk wel zo prettig als je een tijd lang alleen moeder kunt zijn." - Ouder worden
Geluk vormt een U-curve gedurende het leven. "Daarin zitten jonge ouders op de bodem, die zijn het minst gelukkig. Op dat punt in je leven word je overbelast en zit je redelijk vast aan je zorgtaken, je hypotheek. Je gooit je leven niet zo snel om als het niet blijkt te bevallen. Vanaf een jaar of 50 verandert dat. De carrière is gemaakt, de kinderen worden groter, de hypotheek is misschien al afbetaald. Bovendien heb je het nodige geleerd in het leven. Dan blijft het geluk nog redelijk stijgen tot je 70ste. Op een gegeven moment krijg je te maken met ouderdom en ziekte, zoals ik. Dat drukt de pret, maar minder dan je zou denken."
Bron(nen): De Volkskrant