„Als ik een kalasjnikov had, schoot ik alle Joden dood”

Samenleving
woensdag, 23 maart 2016 om 9:08
image3
Een docente burgerschap van een mbo in Amsterdam was nog maar net begonnen aan de les over discriminatie, toen een meisje met een Marokkaanse achtergrond opstond. Ze deed of ze een wapen vasthield en ermee in de rondte schoot. „Als ik een kalasjnikov had, schoot ik alle Joden dood”, riep ze. De docente zei haar dat Joden en meisjes zoals zij veel met elkaar gemeen hadden. Ze vroeg haar zich in te leven in een willekeurig Joods meisje van vijf jaar uit Amsterdam. Geen spoor van empathie. Het meisje wist alleen: de Joden moeten dood. Andere studenten, leerlingen van Turkse komaf en niet-moslima’s, begonnen hun klasgenoot bij te vallen. De Surinaamse studenten hielden hun mond. Aan het eind van de les kwam de boze leerling naar de docente toe. Ze was nu helemaal rustig en hoopte dat de docente op het goede pad zou komen. „Dat gun ik u.” Dit is een tekenend fragment uit een onmisbaar verhaal uit NRC van deze week. Zeer aan te raden: in 8 minuten leestijd verandert je blik op (de toekomst) van het land. Je wordt er zorgelijk van. Journaliste Margalith Kleijwegt, eerder werkzaam bij Vrij Nederland, kreeg van minister Jet Bussemaker (Onderwijs, PvdA) het verzoek te rapporteren over de wijze waarop „gevoelige maatschappelijke kwesties de klas binnen komen”. Ze tekende tal van deze verhalen op en bundelde die tot de rapportage 2 werelden, 2 werkelijkheden. Hier kun je het hele rapport lezen Er staan bijzondere waarnemingen in. Over leerlingen die met de koran in de hand beweringen van hun geschiedenisleraar tegenspreken. Die zeggen: „Juf, we kunnen de vormen van uw lichaam zien.” Leerlingen die midden onder de les opstaan omdat ze willen bidden. Leraren die hun kettinkje met de Davidster maar thuis laten. Uit het rapport: Een vmbo-docente hoorde wat sommige leerlingen, 'zulke lieve meisjes', beweerden na de aanslagen in Parijs. De aanslag was verzonnen. De politieman die zogenaamd gedood was, leefde in werkelijkheid, want er lag geen bloed op straat. 'Ineens stond er een heel grote muur tussen mij en mijn leerlingen. Zelfs een niet-moslimmeisje werd in dit verhaal meegezogen. Ik wist niet wat ik moest doen en ben uiteindelijk maar tot de orde van de dag overgegaan.'
Maar ook: Studenten van een ‘witte’ mbo-opleiding waren ervan overtuigd dat het dramatische beeld van de driejarige Aylan, een Syrisch jongetje dat begin september in zijn rode shirtje en blauwe broekje aanspoelde bij de Turkse stad Bodrum en wereldwijd veel emoties opriep, geconstrueerd was door de media om medelijden op te wekken. Het jongetje was helemaal niet verdronken, maar met zijn gezicht naar beneden op het strand neergelegd om medelijden te wekken.