In Amerika is grote ophef ontstaan, nadat de 22-jarige Brenna Spencer het wapendebat in de VS op scherp zette met één enkele foto. Ze studeert af aan de University of Tennessee en wilde originelere foto's dan de geijkte plaatjes met de bekende hoedjes. Origineel was ze inderdaad. Spencer poseerde met een 'Women for Trump'-shirt en een gun in haar broek. De foto veroorzaakte een rel op Twitter. Juist na de schietpartij in Florida waarbij Nicholas Cruz zeventien leerlingen doodschoot, laait de discussie over wapenbezit weer op in de VS. Trump-aanhanger Spencer wil zich met haar foto hard maken voor de bescherming van het tweede amendment, het recht op vrij wapenbezit. Haar bericht is in enkele dagen al meer dan 100.000 keer geliket. Maar ze krijgt ook bakken met kritiek. Zelfs mensen die voor wapenbezit zijn vinden het smakeloos om er zo mee te pronken. De Gun Violence Archive zette enkel de veelzeggende cijfers op een rij: in de eerste honderd dagen van dit jaar vielen in de Verenigde Staten 3.889 doden door wapengeweld. 164 kinderen werden neergeschoten, er waren 62 mass shootings en 451 schoten werden per ongeluk gelost. Spencer reageert op alle ophef: "Ik dacht wel dat ik de aandacht zou trekken, maar had dit nooit verwacht. Ik ben echt, echt verbaasd dat het zoveel haat oproept." Tegen ABC News vertelt ze verder dat ze verschillende pistolen heeft en ze altijd bij zich draagt waar dat is toegestaan. Op Twitter krijgt ze zelfs bijval van andere vrouwen die met een pistool op de foto gaan.
I don’t take normal college graduation photos... pic.twitter.com/eI1NvLFYHs
— Brenna Spencer (@BrennaSpencer) 7 april 2018
ABC News called the police on my friend, Brenna Spencer (probably hoping to get a better story).
— Alana Mastrangelo (@ARmastrangelo) 11 april 2018
Here I am in solidarity with Brenna, also carrying in public. We will NOT allow for Leftist intimidation tactics to hinder our inalienable #2A rights. pic.twitter.com/qzv9adtm9G
In solidarity with emPOWERed woman, @BrennaSpencer pic.twitter.com/7pn8xq8yPI
— Antonia Okafor (@antonia_okafor) 10 april 2018
Bron(nen): ABC News