Het Israëlische leger heeft buitensporig veel geweld gebruikt tegen Palestijnse burgers in Gaza in juli en augustus. Er is zelfs sprake van oorlogsmisdaden, schrijft Amnesty International in een rapport dat woensdag is gepubliceerd.
De mensenrechtenorganisatie onderzocht acht Israëlische bombardementen. De aanvallen op huizen in Gaza werden uitgevoerd zonder waarschuwing vooraf aan burgers. De bombardementen kostten aan 104 burgers het leven, onder wie 62 kinderen. In sommige gevallen waren er volgens Amnesty mogelijk wel vijandige militaire doelen in de woningen. Toch hadden de bombardementen moeten worden uitgesteld toen duidelijk werd dat er zoveel burgers binnen waren.
Bij de dodelijkste aanval werd een gebouw van drie verdiepingen met de grond gelijk gemaakt. Daarbij stierven 36 leden van vier families.
Militair doel
Het Israëlische leger heeft niet altijd duidelijk kunnen maken welk militair doel de aanvallen dienden. Als de bombardementen op burgers waren gericht, zijn dat oorlogsmisdaden, aldus Amnesty.
Tijdens de oorlog in juli en augustus zijn zeker 18.000 huizen verwoest, staat in het rapport. Meer dan 1500 Palestijnse burgers kwamen om door Israëlische aanvallen. Palestijnse gewapende groepen pleegden ook oorlogsmisdaden door het willekeurig afvuren van duizenden raketten op Israëlisch grondgebied. Daardoor stierven zes Israëlische burgers.
Amnesty wil dat het Internationaal Strafhof in Den Haag de misdaden onderzoekt.