'Wie goed doet, goed ontmoet' is een oud gezegde, maar daar is ook een wetenschappelijke basis voor. Als je iemand spontaan je hulp aanbiedt of zomaar iets aardigs voor iemand doet, vaart niet alleen de ander daar wel bij, maar geeft dat jou ook een goed gevoel. En dat gevoel kan een positief effect hebben op je algemeen welbevinden, je geluk en je gezondheid. Dat blijkt uit een studie van de Universiteit van Californië. Voor het onderzoek werden 473 mensen gedurende zes weken gevolgd. Elke deelnemer kreeg één van de volgende drie opdrachten: (1) zo aardig mogelijk zijn voor anderen en voor de samenleving in het algemeen; (2) zoveel mogelijk dingen doen om jezelf in een positieve stemming te brengen; of (3) niets bijzonders doen, noch voor jezelf, noch voor anderen. Tussen de tweede en de derde groep waren niet veel verschillen, maar de mensen uit de eerste groep - die vooral aardig waren voor anderen - hadden significant meer positieve en minder negatieve gevoelens dan de twee andere groepen. Zij voelden zich beter, ongeacht of zij iets aardigs deden voor een specifiek iemand of voor de samenleving in het algemeen. Op basis van deze bevindingen kwamen de onderzoekers tot de conclusie dat veel mensen streven naar geluk door aardig te zijn voor zichzelf, maar dat zij meer kans van slagen hebben als zij aardig zijn voor anderen. Hulpvaardigheid is een diepgewortelde en universele menselijke eigenschap. Zo werd vorig jaar nog gedaan naar de generositeit van 5-jarige kinderen in een afgelegen dorp op één van de eilanden van Vanuata (Oceanië). De kinderen voelden zich gelukkiger als zij snoep aan andere kinderen gaven, dan wanneer ze zelf snoep kregen. Het weggeven van hun eigen snoepgoed maakte hen ook gelukkiger dan het weggeven van snoep van de onderzoekers. Bij ouderen is aangetoond dat hun bloeddruk lager wordt, als ze geld uitgeven aan andere mensen. Dat effect treedt al op in de loop van drie weken en uiteindelijk is het niet duurder dan medicatie of sporten. In Israël is op basis van dit principe een programma, Sahi genaamd, ontwikkeld waarbij tieners met een verhoogd risico op problemen anonieme goede daden gingen verrichten in de buurt waarin zij woonden. De tieners die deelnamen aan het programma voelden zich daarna onafhankelijker, zelfverzekerder, empathischer en optimistischer.