Angst voor lange woorden heet hippopotomonstrosesquippedaliofobie

Samenleving
vrijdag, 25 september 2015 om 11:52
welingelichtekringen header 1

Alleen al de naam jaagt mensen die eraan lijden de stuipen op het lijf: Hippopotomonstrosesquippedaliofobie. Een 35-letterige tongbreker die als ironisch superlatief is ontstaan uit sesquipedalofobie, dat 'angst voor lange woorden' betekent en samengesteld is uit sesquipedalis (Latijn voor anderhalve voet lang), fobos (Grieks voor angst) en de toevoeging hippopotamos (nijlpaard) en monstro (gedrocht). Mensen die aan de lijden kunnen last hebben van zenuwen tijdens het lezen of het moeten uitspreken van lange woorden. Gelukkig zijn in het Nederlands de meestgebruikte woorden kort, zoals de, van, een, en, het, in, is, te, niet, voor, ook, enzovoort. Maar er zijn ook vele lange - en overigens vermijdbare - woorden in het Nederlands zoals geneesmiddelenvergoedingssysteem of arbeidsongeschiktheidsverzekeringsformulier. Dagblad verzamelde enkele onbekende lange woorden in de rubriek 'nutteloze kennis'. Zo was er de bootsmansjongen die in 1960 op zijn eerste werkdag de opdracht kreeg op zoek te gaan naar het kleinste onderdeel van het schip met de langste naam. Hij ontdekte het azijnzuurijzerhoutenankerkettingafsluitpennetje. Het verhaal vertelt helaas niet wat een azijnzuurijzerhoutenankerkettingafsluitpennetje precies is en of azijnzuurijzerhoutenankerkettingafsluitpennetjes nog steeds worden gebruikt. Een andere Trouwlezer kocht lang geleden een gebakschaalaanknijptaartvorkjesbekertje voor zijn moeder; iets waarvan vermoed kan worden dat het in onbruik is geraakt. Volgens de Dikke van Dale is aansprakelijkheidswaardevaststellingsveranderingen het langste Nederlandse woord en volgens tv-programma Lingo is het kindercarnavalsoptochtvoorbereidingswerkzaamhedencomitéleden. Er zullen er talloze zijn omdat je in het Nederlands woorden eindeloos kunt samenvoegen. Daarom staan ze ook niet in het woordenboek. Het langste woord in de Dikke van Dale is toevallig wel een aandoening: meervoudigepersoonlijkheidsstoornissen.

Bron(nen): Trouw