Botten overleden Australische baby's gebruikt voor nucleair onderzoek

Australische artsen verwijderden in het geheim de dijbenen van overleden kinderen en baby's. De botten werden verbrand en de as naar Londen gestuurd om de hoeveelheid radioactieve straling te meten. De ouders wisten van niets. Dat schrijft de Australische onderzoeksjournalist Frank Walker in zijn boek 'Maralinga' over de Britse kernproeven die in de jaren vijftig in Australië werden uitgevoerd. 'Bezorg me de botten van Australische baby's. Zo veel mogelijk,' staat in oude notulen van het Britse bureau voor atoomonderzoek, die de journalist ontdekte. De overheid zou 50 dollar per jaar hebben betaald aan artsen die meewerkten. Het experiment duurde 21 jaar. In die periode werden meer dan 22.000 botten verzameld. Uiteindelijk stopte een nieuwe regering de subsidie. Wat de resultaten zijn van het onderzoek is nog altijd niet bekend, schrijft Walker. In de jaren '50 deden de Britten atoomproeven in Australië. Ze lieten in totaal twaalf atoombommen ontploffen in de Australische woestijn. In 2001 werd al bekend dat de Britten Australische soldaten gebruikten als proefkonijn. Zo kregen ze, terwijl ze in de buurt van de ontplofte bommen de wacht hielden, verschillende soorten kleding aan om te bestuderen welke het beste beschermden tegen radioactieve straling.  

Bron(nen): Eindhovens Dagblad