De Colombiaanse president Juan Manuel Santos en de leider van de guerrillabeweging FARC, Rodrigo Londono, ondertekenen maandag een historisch vredesakkoord. Als de Colombiaanse bevolking dat
akkoord een halve week later bij referendum goedkeurt, komt daarmee een eind aan een oorlog die een halve eeuw heeft geduurd en aan 220.000 mensen het leven heeft gekost.
Het akkoord is het resultaat van onderhandelingen in de Cubaanse hoofdstad Havana, die vier jaar hebben geduurd. Bij de ondertekening in de Colombiaanse kustplaats Cartagena zijn ook de secretaris-generaal van de Verenigde Naties Ban Ki-moon en de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken John Kerry aanwezig. Zijn ambtsgenoot Bert Koenders vertegenwoordigt Nederland. Ons land heeft een faciliterende rol gespeeld tijdens de onderhandelingen.
De FARC werd in 1964 gesticht aan het begin van de Colombiaanse burgeroorlog en heerste op zijn hoogtepunt in 2005 over 10 tot 15 procent van het Colombiaanse grondgebied. De groep raakte in de jaren tachtig betrokken bij drugshandel en haalde een belangrijk deel van zijn inkomsten uit ontvoeringen van grootgrondbezitters en politici. De bekendste ontvoering was die van de Frans-Colombiaanse Íngrid Betancourt in 2002. De presidentskandidate werd na zes jaar bevrijd door het Colombiaanse leger.
Tanja Nijmeijer
Als de Colombianen op 2 oktober instemmen met het akkoord, worden de naar schatting 7000 guerrillastrijders ondergebracht in speciale VN-kampen en ontwapend. Volgens de deal hoeven ze zich niet juridisch te verantwoorden voor hun misdaden en krijgen ze een bijdrage om het burgerlijke leven weer op te pakken. De FARC beweert geen geld te hebben om dat te bekostigen, hoewel de Colombiaanse bevolking ervan overtuigd is dat de rebellen honderden miljoenen moeten hebben verdiend aan de drugshandel.
De Nederlandse Tanja Nijmeijer sloot zich in 2002 aan bij FARC en was betrokken bij de onderhandelingen in Havana. Het is niet bekend of zij maandag getuige is van de ondertekening of wat er daarna met haar gebeurt.