Waarschijnlijk hebben de meeste mensen nog nooit van de quokka gehoord, een kleine kangoeroe die onder andere op het Rottnest Island in West-Australië leeft. Ze zijn ongeveer zo groot als een haas. Quokka's zijn gezegend met een eeuwige glimlach waardoor ze altijd vrolijk kijken. Omdat hij niet schuw is en bereid is op de
foto te gaan is de quokka het ultieme selfie-dier. De eilanden waarop de quokka's leven zijn dan ook zeer
populair bij toeristen. Op het vaste land zijn quokka's zeldzaam. Dezelfde mens die met het dier op de foto wil, heeft eerder zijn habitat vernield en vossen uitgezet die op het dier jagen. Zoölogen waarschuwen voor het voortbestaan van het dier. Er zouden nu nog maar 14 duizend quokka's over zijn, terwijl er vroeger enorme aantallen op het Australische vasteland rondhopten. De naam 'Rottnest Island' is trouwens afkomstig van een Nederlandse VOC-kapitein. Willem de Vlamingh bezocht het eiland in 1696 en noemde de vele quokka's 'bosratten' of 'bosrotten'. Het eiland doopte hij 'Rottenest'.