Bron:
Het grootste probleem van het coronavirus is de snelle verspreiding ervan. Landen als Spanje en Frankrijk zien het aantal besmettingen elke drie tot vier dagen verdubbelen.
Door menselijk contact te vermijden, kunnen we de snelheid van de verspreiding afzwakken. Hoeveel dat uitmaakt, toont onderstaand voorbeeld aan.
Als je begint met één geïnfecteerd persoon en het aantal besmettingen verdubbelt iedere vier dagen dan zijn er na 36 dagen 512 mensen besmet. Overheid A besluit op dat moment in actie te komen en mensen te verplichten om afstand van elkaar te houden. Om het simpel te houden, verdubbelt het aantal besmettingen nu niet in vier, maar in acht dagen.
Ondertussen laat overheid B het virus gewoon woekeren. Zestig dagen na de uitbraak heeft overheid A precies 4.096 besmettingen en overheid B meer dan 30.000.
Om duidelijk te maken hoe belangrijk de factor tijd is, pakken we overheid C erbij. Die besluit om dezelfde maatregelen als overheid A te implementeren, maar dan acht dagen later, op het moment dat er al 2.000 besmettingen zijn. Dat helpt nog steeds, maar toch eindigt overheid C met twee keer zoveel besmettingen als overheid A.
In een grafiek ziet dat er zo uit: