Amsterdammers weten hoe het is als je stad verandert in een soort openluchtmuseum dat op een bierfiets wordt bezichtigd. Ze zijn niet de enigen. Overal in Europa klagen de inwoners van grote steden over de Ryanair-vliegtuigen vol toeristen die hun stad overspoelen. In deze tijd waarin vliegtickets goedkoper zijn dan treinkaartjes en iedereen tijd en geld heeft om op vakantie te gaan heeft het toerisme een grote vlucht genomen. Sommige bestemmingen zijn zo druk geworden dat je ze beter kunt mijden. Want hoe leuk is het nog als je drie uur moet wachten bij de Sagrada Familia? In een van de World Travel and Tourism Council in samenwerking met McKinsey worden de steden genoemd die last hebben van 'overtourism'. Dat wordt gekenmerkt door vijf belangrijke factoren: lokale bewoners voelen zich niet meer thuis in hun eigen stad, toeristen vinden het er niet meer leuk, de infrastructuur raakt overbelast, de natuur lijdt er ernstig onder en het cultureel erfgoed wordt bedreigd. De mate van toerisme wordt bepaald aan de hand van het aantal toeristen per vierkante kilometer en per inwoner. De zeven steden die op beide indicatoren het hoogst scoren zijn Amsterdam, Dubrovnik, Rome, Venetië, Warschau, Kuala Lumpur en Macau. Daar moet je dus niet heen willen.