Twee mensen in een restaurant. Ze zitten romantisch tegenover elkaar, kaarsje in het midden, fles wijn op tafel, één ding valt op: het is doodstil. Ze praten niet, want ze zitten allebei op hun smartphone. Het is een treurig beeld, maar al lang niet meer opvallend. Er is zelfs een naam voor: phubbing.
Phubbing is een samentrekking van phone (telefoon) en snubbing (iemand onbeleefd negeren). Het staat voor het onbeleefde op je telefoon kijken in gezelschap. "We zijn zo eigenlijk aanwezig in een echt gesprek, maar tegelijkertijd zijn we ook virtueel aanwezig in een virtueel gesprek of in een virtuele interactie,” legt professor in de communicatiewetenschappen aan de Universiteit van Tilburg, Mariek Vanden Abeele, uit aan Newsmonkey.
“Dat hangt samen met het begrip absent present. Dat betekent dat we aanwezig zijn, maar eigenlijk zijn we niet echt aanwezig. En dat is natuurlijk een interessante observatie. Wat doet dat eigenlijk met die aanwezigheid in het echte gesprek, wanneer we eigenlijk tegelijkertijd aanwezig zijn in een virtueel gesprek.”
Het antwoord is simpel en door meerdere studies aangetoond: de kwaliteit van zowel het virtuele als het echte gesprek gaat achteruit en vooral je real-life gesprekspartner heeft er last van. “Het face-to-facegesprek wordt als minder kwaliteitsvol ervaren door de gesprekspartner wanneer de ander met z’n smartphone in de weer is. Die gaat je ook als minder beleefd en minder aandachtig ervaren, de relatiekwaliteit daalt, … Er zijn dus allerlei negatieve gevolgen van dat telefoongebruik tijdens een sociale interactie,” aldus Vanden Abeele.
Niet alleen ben je onbeleefd, je gesprekspartner kan zich ook afgewezen voelen, want kennelijk is je online conversatie interessanter. “Wanneer je aan het WhatsAppen bent met een virtuele andere dan is dat eigenlijk een sociale interactie waarvan je face-to-facegesprekspartner buitengesloten is. En dat kan dan gevoelens van sociale afwijzing opwekken.”
Niet doen dus, phubbing. Daar wordt je leven echt beter van.
Bron(nen): Newsmonkey